Vandaag mochten we een beetje langer slapen dan de andere
dagen (tot 7u). We hebben beiden goed geslapen maar we werden toch wakker om
6u, we bleven toch liggen tot de wekker afliep. Als we ons beiden gewassen
hadden, stond de ontbijttafel al klaar. Jeanne had voor ons speciaal een klein
nutellapotje gekocht.
Het was voorzien dat we om 8.00 uur zouden meegaan met
Albert naar de universiteit maar er waren blijkbaar lessen weggevallen, zo was
onze eerste les maar om 11.30 uur. Hij moest wel een lesgeven van 8.00 uur tot
9.00 uur dus wij hadden nog even tijd om wat buiten te zitten onder de bomen en
te lezen.
Toen Albert terug thuiskwam nam hij ons mee op een rondrit
door het dorp (maar volgens onze normen zou het een stad zijn). Hij toonde ons
verschillende scholen. We reden ook eens daar een nabijgelegen township om daar
eens de huizen en de school te zien. Je ziet het grote verschil duidelijk. Aan
dit zie je dat de littekens van de apartheid nog steeds duidelijk aanwezig
zijn. We kijken onze ogen uit als we in de township reden. Er waren veel mensen
die zomaar op de straat rondwandelen en zaten, dit zijn allemaal mensen die
werkloos zijn. In de township zelf waren er ook iets grotere, comfortabele
huizen en dan er naast zag je huizen gemaakt van golfplaten. We hebben geen
foto’s genomen omdat we onder de indruk waren en niet durfden. Albert vertelde
wel dat het er veilig was en dat de mensen vriendelijk zijn, anders zou hij daar
ook niet rijden. Niet alle townships zijn dus onveilig maar dit wil niet zeggen
dat je daar ’s nachts moet rondlopen.
Na het tonen van enkele grote verschillen tussen de scholen,
gingen we de nabijgelegen berg op. We reden op de bain’s pass om zo een mooi
landschap van het dorp te zien. Het was onwaarschijnlijk mooi en je kan het met
geen woorden beschrijven. We werden er allebei heel stil van en zaten met open
mond te kijken naar alle verschillende prachtige landschappen. Echt heel heel
mooi. Albert had ons verteld dat we misschien een baviaan (bobbejaan in
Afrikaans) gingen zien. Wij dachten dat hij dit zei voor de grap maar op de
terugweg schreeuwde hij plots, ‘kijk daar een bobbejaan!’ We zagen enkel zijn
achterkant maar het was toch indrukwekkend, Sien probeerde enkele foto’s te
nemen, maar de baviaan was snel weg. Nu ja, wij weten dat we hem gezien hebben…
Daarna gingen we naar de universiteit en dan gaf Albert Hoek
ons een rondleiding. We zagen de bibliotheek, de winkel, een kunstklas, een
dramaklas,… Hij moest nog een les geven en wij besloten om deze bij te wonen.
Het was een les over doelgerichtheid en het curriculum van Zuid-Afrika. We
begrepen veel van de les en hij betrok ons veel in de les. Hij maakte enkele
vergelijkingen met België en dan keken alle studenten naar ons (dan werden we
beiden een beetje rood).
Na de les keerden we terug naar huis en had Jeanne voor ons
wat ciabattabrood gekocht. We belegden dit met wat kaas en hesp en staken dit
in de microgolf, het smaakte want we hadden al wat honger. Dan vertrok Albert
om die andere studenten te halen naar Kaapstad. We hoopten beiden dat ze nu wel
aangekomen waren en dat al hun valiezen zonder problemen waren aangekomen.
Wij gingen dan nog even het dorpje verkennen en zochten een
heerlijke watermeloen om hem te delen met Jeanne, Albert en Tom. Dit zou een
heerlijke verfrissing zijn, maar we vonden er jammer genoeg geen.
We zaten nog even buiten om nog wat te lezen totdat Albert
terug kwam met Tom.Hieronder een foto van het koshuis, een klein kasteeltje...
Toen kregen we nog bezoek van An de Moor en haar man. Ze kwamen
even kijken of we goed waren geïnstalleerd en ze kwamen nog enkele zaken
bespreken met Albert Hoek.
De vrouw van Albert had voor ons heerlijke boboti gemaakt.
Dit is een typisch gerecht uit Zuid-Afrika. Het wordt gemaakt met gehakt.
Daarbij aten we ook nog erwten, worteltjes en nog wat rijst. Dan maakten we ons
klaar om naar de rugbywedstrijd te gaan kijken van het koshuis. Dit was echt de
moeite om te zien. Ondertussen legde Albert Hoek de regels nog wat uit en
moesten we veel handen schudden. Albert Hoek stelde ons voor aan alle studenten
die in het koshuis Navarra verblijven. Tijdens de wedstrijd waren er ook enkele
spelers die gewond raakten. Ze hebben zelf één iemand naar het ziekenhuis
moeten voeren met een hersenschudding. We denken allebei dat deze sport niet zo
gezond kan zijn voor je lichaam, maar de jongens doen het waarschijnlijk voor
de kick.
We keerden na de nederlaag terug naar huis. De jongen hebben
de laatste wedstrijd verloren met 3-15. Dit was dus niet zo goed. Morgen zien
we eindelijk de andere studenten. We volgen morgen allemaal lessen mee op de
universiteit. We zijn benieuwd hoe dit zal verlopen.
Nog enkele wist je datjes, wist-je-dat…:
-
Elke docent een eigen kantoor heeft in de
hogeschool.
-
Sommige studenten te laat komen in de les en dit
normaal vinden.
-
Sommige bruine/zwarte mensen willen studeren en
ze worden beloofd dat ze geld zullen krijgen van de overheid, maar ze krijgen
hun eerste geld dan pas in augustus en dan is het schooljaar al halfweg. Deze
studenten geven dan al hun geld aan hun boeken en aan de studies zodat ze geen
geld hebben om eten te kopen. Zij komen dan vragen aan Albert en Jeanne of zij
wat eten hebben voor hen.
-
De mensen die werken op een wijnplaas
(wijnboerderij) wonen naast de wijnplaas en bij sommige wijnplaasen is er zelf
een schooltje voor de kinderen van die mensen.
-
Er hier ook rijdende ziekenhuizen bestaan die op
het platteland gaan om de mensen te verzorgen waar nodig.
-
Alle scholen voor iedereen zijn maar dat de
meeste blanke scholen van vroeger gemengd zijn. Daar zitten dus nu ook zwarte
mensen en kleurlingen, dit is alleen voor de mensen die de rijke scholen kunnen
betalen. In de armere scholen zitten er alleen maar kleurlingen en zwarte
mensen deze zijn onderverdeeld in scholen voor zwarten en scholen voor
kleurlingen. Hier zitten geen blanke omdat de meeste blanke een rijke school
kunnen betalen.
-
De blanke juffen die in een kleurlingenschool
werken, sturen hun eigen kinderen naar een andere ‘rijkere’ school.
-
Veel leerkrachten gaan in Europa of Azië lesgeven
omdat ze daar meer geld verdienen. Dit doen ze maar voor even (meestal als ze
juist afgestuurd zijn) om wat geld te sparen voor later.
-
Veel leerkrachten die hier lesgeven doen nog een
bijberoep omdat ze niet veel geld verdienen als leerkracht.
-
De mensen in een townschip mogen kiezen waar ze
een huis bouwen (ze moeten eerst een plan indienen maar dit is meestal goed).
-
Er hier ook voorzieningen zijn voor mensen met
een beperking.
-
De klassen in de universiteit met stoeltjes zijn
die aan de tafels hangen en kunnen openklappen.
-
97 jongens boven en naast ons slapen in het
koshuis van Albert Hoek.
-
Alle koshuizen zijn het eigendom van de
universiteit. (Albert en Jeanne houden enkel een oogje in het zeil).
-
Elk koshuis heeft ook een eigen raad die zorg
dat alles in het huis goed verloopt.
-
Bij elk koshuis staat er bewaking
-
Ze hier ijs doen in hun wijn.
-
Sommige studenten nemen hun auto mee naar het
koshuis omdat het openbaar vervoer onveilig is.
-
Er ook gemengde koshuizen bestaan. Dan is er wel
een gang met meisjes en een gang met jongens en er zijn dan bepaalde regels die
bepalen wanneer ze elkaar mogen bezoeken.
-
Nog een wist je datje over gisteren: Lilly en
Emma (de poetsvrouwen) zochten ons in de hele school om afscheid te nemen
terwijl wij in de nazorg aan het schminken waren. Ze dachten dat we weg waren
zonder afscheid te nemen.
-
:-D
BeantwoordenVerwijderenSjiek, rugby!
En elke docent een eigen bureau, amai! Veel plezier morgen met de andere Belgen!!
ziet er daar elke dag spannend uit he meisjes
BeantwoordenVerwijderenis een unieke ervaring voor het leven denk ik
groetjes vanuit het zonnige wielsbeke